vrijdag 4 maart 2011

Ding 23: het laatste ding

Wat waren je favoriete dingen die je onderweg hebt leren kennen en gebruiken?
Het allerleukste vond ik het leren werken met een fotobewerkingsprogramma, kinderlijk eenvoudig maar een grappig resultaat.
Het klinkt wat blasé, maar veel dingen kende ik al, waarvan Spotify mijn allergrootste favoriet is. Hyves gebruik(te)ik regelmatig en ik kijk nu wat meer op Twitter.com.

Wat heeft dit programma "gedaan" met mij en de organisatie waarin ik werk?
Allereerst heeft het mij "gedwongen" om te kijken naar en werken met zaken als RSS-feeds, twitteren, bloggen etc. Heel leerzaam, temeer omdat ik de neiging heb om zaken die ik niet of half begrijp terzijde of voor me uit te schuiven. Ben blij dat ik hier aan mee heb mogen doen.
Binnen de organisatie heeft dit veel teweeggebracht. Collega's die zich enthousiast storten op de sociale media en te pas (en te onpas) aan het twitteren zijn geslagen. Er wordt veel gepraat en nagedacht over hoe web 2.0 kan worden toegepast in het bereiken van doelgroepen, kortom, het heeft een omslag bewerkstelligd in het denken van veel Tresoarianen. Het voor de buitenwereld meest zichtbare effect van de cursus(?)is de mogelijkheid om Tresoar te volgen via Twitter.
Helaas heeft de cursus ook een negatief effect gehad op een aantal collegae ("te druk", "ik weet het al", "heb behoefte aan andere cursussen", etc.).

Waren er dingen die mij verrasten, als onverwacht resultaat van dit programma?
Toch weer dat fotobewerkingsprogrammaatje, errug leuk! En ook dat op Twitter niet alleen oeverloos gezwetst wordt maar soms door interessante mensen interessante dingen gemeld worden.
Het was ook confronterend, ik voel dat ik moeite moet doen om de ontwikkelingen bij te houden, het komt me niet aanwaaien.

Wat kan er gedaan worden om 23 Dingen te verbeteren?
Proberen te voorkomen dat zaken twee keer behandeld of besproken worden. In Ding 22 was er voor mij al sprake van een herhaling. En misschien 23 Dingen terug brengen tot 20? Ik merkte bij mezelf tegen het einde een 23 Dingen-verzadiging. Ook heb ik niet het geduld (en de tijd of er ruimte voor) om een filmpje van een half uur te bekijken hoe archivari praten over web 2.0. Dit geldt ook lange lappen Engelstalige teksten.
Eventueel zouden er meer doe-opdrachten in de cursus gestopt kunnen worden.

23 Dingen is voor mij een interessante, leerzame ervaring geweest. Ik zal deze cursus opslaan onder mijn Favorieten én als Bladwijzer omdat ik het wil gebruiken als naslagwerk.

22b Archieven 2.0

Het onderscheid oogt wat kunstmatig, wat ik heb geschreven heb over bibliotheek 2.0 geldt ook voor archief 2.0. Ook mij valt op dat de urgentie, de noodzaak voor archieven om hier mee bezig te gaan, minder sterk gevoeld wordt dan bij de bibliotheken. Dat is begrijpelijk want laatstgenoemden hebben meer te maken met de jeugd als doelgroep. Toch beseffen de archieven dat ze niet kunnen achterblijven en minder van de eigen collectie en meer van de (potentiële) klant dienen uit te gaan.
Het artikel van Ketelaar mag wat mij betreft vertaald worden in het Nederlands, ik ben halverwege afgehaakt. Ik heb nog meegekregen dat archieven met een vooropgezet doel kunnen worden opgericht wat weer een beperking in kan houden voor toekomstige onderzoekers. En dat hij een pleidooi houdt voor archiefgebruikers om hun meningen, verhalen en documenten naar de archiefinstellingen te sturen opdat anderen daar kennis van kunnen nemen en er hun voordeel mee kunnen doen. Hij ziet dat als een verrijking van de archieven. Een pleidooi voor archief 2.0 dus.

22a Bibliotheek 2.0 en de toekomst

Wat filmpjes bekeken met uitleg hoe een moderne bibliothecaris z'n werk zou moeten doen en hoe die het beste is voorbereid op de toekomst. Een belangrijk onderdeel is het loslaten (altijd belangrijk!) van oude zekerheden en actief zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Het de klanten mogelijk maken te reageren op het bibliotheekaanbod, o.a. door tagging en informatie uit de catalogus te laten plaatsen op de eigen sociale websites. Hartstikke goed. Bibliotheken moeten (desnoods dan maar krampachtig)blijven proberen aansluiting te vinden bij de jeugd en andere doelgroepen. En vooral, evalueren. Wat vinden gebruikers en niet-gebruikers van deze mogelijkheden? Wat willen zij van ons?