vrijdag 1 april 2011

Eerste niet 23-dingen blog

Gistermiddag een NiN-Expertsessie over Communicatie & Accountability o.l.v. Sanne Gaastra bijgewoond in de NHL. Hierna volgt een kort verslag van deze interessante bijeenkomst:

Een definitie van accountability is het meetbaar maken van effecten van communicatie. Verdere definities zijn: accountability is verantwoordingsplicht, het inzichtelijk maken van wat jouw afdeling bijdraagt aan de bedrijfsresultaten. Bijv.: de accountability van PR of marketing, wat draagt die bij aan de bedrijfsresultaten. Het gaat er niet om te kijken naar de effecten van bijv. een persbericht. Het gaat om wat het bijdraagt aan de strategische functie, om alle middelen samen. Communicatie is niet alleen een zaak van de communicatieafdeling.

Er zijn grofweg twee soorten visies op communicatie:
Actievisie en interactievisie. Laatstgenoemde visie gaat meer uit van de interactie, de wisselwerking tussen zender en ontvanger.

Hoe meet je de waarde van de communicatiefunctie? Hangt af van jouw visie op accountability, van wat je wilt meten(indicatoren). Eerst ga je bepalen wat de prestatieindicatoren zijn.
Voorbeeld: De Sire-campagne over hoe om te gaan met aardige mensen. Daarna mensen interviewen over hun gedrag en houding na deze campagne (dus effecten meten op houdingsniveau en op gedragsniveau). Mensen bleken zich meer bewust te zijn van hun houding in het verkeer, vonden zichzelf over het algemeen aardig en vonden dat de “andere” verkeersdeelnemers wel wat aardiger zouden kunnen zijn.
Deze campagne kreeg de Effie prijs, een prijs voor effectieve communicatie.

Wat wil je meten, welke indicatoren?

3 methodes:

1. Reputation Institute (http://www.reputationinstitute.com/advisory-services/reptrak):

RepTrak. Voor het meten van de reputaties van organisaties. De focus is op hoe sterk de relaties zijn.

2. Pan-kubus(Cathelijne Janssen):

Kwaliteit wordt opgehangen aan interne regie (identiteit is imago). Benadering vanuit interne processen, afdelingen en niveaus die de communicatiefunctie vormgeven.

3. Balanced Scorecard (Vos en Schoemaker):

De kwaliteit van de communicatiefunctie wordt opgehangen aan de kwaliteit van de communicatiedimensie. Benadering vanuit een open systeemmodel. Ook het contact met de relatiegroepen wordt meegeteld.

In de Balanced Scorecard is er sprake van vier domeinen (concerncommunicatie,marketingcommunicatie,interne communicatie en organisatie van de communicatie) en vijf dimensies (duidelijkheid,omgevingsgerichtheid,consistentie, responsiviteit en effectiviteit en efficiency) waarop je de kwaliteit kunt meten. Wil je deze scorecard toepassen op (bijv.) een gemeente dan verander je
het domein marketingcommunicatie in beleidscommunicatie.

Op de NIN-meeting gingen wij in groepjes aan de slag met de Balanced Scorecard. Onze groep bestond uit mensen die als aandachtspunt iets kozen uit het derde domein, de interne communicatie. We bespraken wat er in onze organisatie goed of niet goed ging m.b.t. dit onderwerp, wat en hoe de communicatie beter kon laten functioneren, welke hulpmiddelen(intranet en/of het personeelsblad, interne mails aan iedereen, interne twitter) goede communicatiemiddelen zijn (welke informatie zet je waar in, via welk kanaal).
Al met al een leerzame, boeiende en plezierige bijeenkomst. Ik ging er volkomen blanco heen en vóór de afsluitende borrel met heel wat kennis huiswaarts.



Literatuur:

Accountability in communicatie : praktische aanpak voor een succesvolle implementatie

Janssen, Cathelijne / Kirjaboek / cop. 2010





Congres over dit onderwerp:

http://iamaccountable.logeion.nl/

vrijdag 4 maart 2011

Ding 23: het laatste ding

Wat waren je favoriete dingen die je onderweg hebt leren kennen en gebruiken?
Het allerleukste vond ik het leren werken met een fotobewerkingsprogramma, kinderlijk eenvoudig maar een grappig resultaat.
Het klinkt wat blasé, maar veel dingen kende ik al, waarvan Spotify mijn allergrootste favoriet is. Hyves gebruik(te)ik regelmatig en ik kijk nu wat meer op Twitter.com.

Wat heeft dit programma "gedaan" met mij en de organisatie waarin ik werk?
Allereerst heeft het mij "gedwongen" om te kijken naar en werken met zaken als RSS-feeds, twitteren, bloggen etc. Heel leerzaam, temeer omdat ik de neiging heb om zaken die ik niet of half begrijp terzijde of voor me uit te schuiven. Ben blij dat ik hier aan mee heb mogen doen.
Binnen de organisatie heeft dit veel teweeggebracht. Collega's die zich enthousiast storten op de sociale media en te pas (en te onpas) aan het twitteren zijn geslagen. Er wordt veel gepraat en nagedacht over hoe web 2.0 kan worden toegepast in het bereiken van doelgroepen, kortom, het heeft een omslag bewerkstelligd in het denken van veel Tresoarianen. Het voor de buitenwereld meest zichtbare effect van de cursus(?)is de mogelijkheid om Tresoar te volgen via Twitter.
Helaas heeft de cursus ook een negatief effect gehad op een aantal collegae ("te druk", "ik weet het al", "heb behoefte aan andere cursussen", etc.).

Waren er dingen die mij verrasten, als onverwacht resultaat van dit programma?
Toch weer dat fotobewerkingsprogrammaatje, errug leuk! En ook dat op Twitter niet alleen oeverloos gezwetst wordt maar soms door interessante mensen interessante dingen gemeld worden.
Het was ook confronterend, ik voel dat ik moeite moet doen om de ontwikkelingen bij te houden, het komt me niet aanwaaien.

Wat kan er gedaan worden om 23 Dingen te verbeteren?
Proberen te voorkomen dat zaken twee keer behandeld of besproken worden. In Ding 22 was er voor mij al sprake van een herhaling. En misschien 23 Dingen terug brengen tot 20? Ik merkte bij mezelf tegen het einde een 23 Dingen-verzadiging. Ook heb ik niet het geduld (en de tijd of er ruimte voor) om een filmpje van een half uur te bekijken hoe archivari praten over web 2.0. Dit geldt ook lange lappen Engelstalige teksten.
Eventueel zouden er meer doe-opdrachten in de cursus gestopt kunnen worden.

23 Dingen is voor mij een interessante, leerzame ervaring geweest. Ik zal deze cursus opslaan onder mijn Favorieten én als Bladwijzer omdat ik het wil gebruiken als naslagwerk.

22b Archieven 2.0

Het onderscheid oogt wat kunstmatig, wat ik heb geschreven heb over bibliotheek 2.0 geldt ook voor archief 2.0. Ook mij valt op dat de urgentie, de noodzaak voor archieven om hier mee bezig te gaan, minder sterk gevoeld wordt dan bij de bibliotheken. Dat is begrijpelijk want laatstgenoemden hebben meer te maken met de jeugd als doelgroep. Toch beseffen de archieven dat ze niet kunnen achterblijven en minder van de eigen collectie en meer van de (potentiële) klant dienen uit te gaan.
Het artikel van Ketelaar mag wat mij betreft vertaald worden in het Nederlands, ik ben halverwege afgehaakt. Ik heb nog meegekregen dat archieven met een vooropgezet doel kunnen worden opgericht wat weer een beperking in kan houden voor toekomstige onderzoekers. En dat hij een pleidooi houdt voor archiefgebruikers om hun meningen, verhalen en documenten naar de archiefinstellingen te sturen opdat anderen daar kennis van kunnen nemen en er hun voordeel mee kunnen doen. Hij ziet dat als een verrijking van de archieven. Een pleidooi voor archief 2.0 dus.

22a Bibliotheek 2.0 en de toekomst

Wat filmpjes bekeken met uitleg hoe een moderne bibliothecaris z'n werk zou moeten doen en hoe die het beste is voorbereid op de toekomst. Een belangrijk onderdeel is het loslaten (altijd belangrijk!) van oude zekerheden en actief zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Het de klanten mogelijk maken te reageren op het bibliotheekaanbod, o.a. door tagging en informatie uit de catalogus te laten plaatsen op de eigen sociale websites. Hartstikke goed. Bibliotheken moeten (desnoods dan maar krampachtig)blijven proberen aansluiting te vinden bij de jeugd en andere doelgroepen. En vooral, evalueren. Wat vinden gebruikers en niet-gebruikers van deze mogelijkheden? Wat willen zij van ons?

maandag 21 februari 2011

ding 21b

Sociale bibliotheekcatalogi.

Leuke mogelijkheid, prima manier om gebruikers meer te betrekken bij de collectie. Als je een indruk wilt hebben hoe een publicatie door het "gewone volk" gewaardeerd wordt d.m.v het schrijven van recensies of het toekennen van tags is dit een prachtig hulpmiddel. Zelf zou ik mij er niet zo gauw op verlaten maar ik zeg nooit nooit. RSS-feeds zijn ook geweldig voor als je je wilt orienteren op wat er voor jou aan interessants nieuw bij de bieb verschenen is.
De aquabrowser is een fantastische zoekmachine(?) om in meerdere bestanden tegelijk te speuren naar je gading. De alternatieven"wolk" of synoniemen of associaties aan de linkerkant van het scherm van de aquabrowser gebruik ik vrijwel "nooit".

vrijdag 18 februari 2011

Ding 21a

Genealogie, lust en leven van velen. Als je op een website als Stamboom Forum kijkt valt op hoe familieonderzoek leeft bij de mensen, hoe men bereid is elkaar te helpen met antwoorden op vragen als "Waar is Pietje gebleven" of "Wie weet waar Jantje is doodgegaan". Ook op ons eigen forum valt op hoe gedreven de genealogische onderzoekers zijn. Kortom, dit zijn waardevolle podia voor wat wel eens geringschattend "geslachtszieken" wordt genoemd. Een must voor de liefhebber.
Het forum op onze site is een manier om mensen te binden aan Tresoar. Misschien moeten wij wat meer reclame maken voor "ons" forum.

vrijdag 11 februari 2011

Ding 20

Spotify is bijna griezelig perfect. Je favoriete bandje invullen en vervolgens alle muziek van die groep op je computer. Nee, dan vroeger, elpees beluisteren in rokerige muziekwinkels en dan 18 gulden neertellen voor een nieuwe plaat. Dat was afzien!
De relatief bescheiden reclame op Spotify neem ik op de koop toe.
Last.fm kost geld en dus laat ik het afweten. Heb indertijd wel dankbaar gebruik gemaakt van de gratis periode van Last.fm. Last.fm is wel,vrij naar Nico Dijkshoorn, een aanslag op het snob-gevoel. De muziek, die jij als enige in je omgeving te gek vet cool vind, blijkt door duizenden mensen die niet meer anoniem zijn gewaardeerd te worden.
Tresoar zou haar geluidsbronnen ook online kunnen zetten, uiteraard moeten de rechten wel goed geregeld zijn. Het kost een paar centen maar dan zijn we ook hier goed vertegenwoordigd.